Historische verhalen voor alle leeftijden. Alle.
Van haar ouders moest ze non worden, maar ze is smoorverliefd op Berend. Samen besluiten ze te vluchten en Beatrijs ontsnapt uit het klooster. De abdis, haar medezusters, haar ouders, iedereen heeft ze nu verraden. Zelfs Maria laat ze in de steek.
Prachtige jaren met Berend volgen. Dan is plotseling het geld op en haar droom valt aan diggelen. Maar ze geeft niet op. Beatrijs doet álles om te overleven, zelfs het allerergste… . Wie zou haar nog kunnen redden?
Gebaseerd op de eeuwenoude legende van Beatrijs uit 1350.
Heruitgave van Vrije val (De Fontein, 2005).
Marijke van Ooijen
Bas Maliepaard in Trouw
Zo begint een dramatisch avontuur. Dirk wordt de speelbal van God en de duivel en De Vliegende Hollander wordt een spookschip. Elk ander schip dat het in nachtelijke stormen ontmoet, gaat reddeloos ten onder. Dirk heeft de hoop al opgegeven, maar God besluit hem een allerlaatste kans te geven.
Gebaseerd op eeuwenoude sage. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg
Foeke drukt een kus op haar hand. Hij weet niet hoe het komt, maar hij voelt zich zo droevig, zo ongelooflijk droevig.
'Ik zal het voor je halen', zegt hij. 'Morgen vertrek ik.'
Foeke bevaart alle wereldzeeen en komt met het allermooiste thuis. Maar of Fraukje daar ook zo over denkt...
Gebaseerd op eeuwenoude Friese sage. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg.
Het Vrouwtje van Stavoren is in 2001 bekroond met een Vlag en Wimpel
Zo begint een eeuwenoud lied over de dappere prinses Wynn die in de ban raakt van de zanger Halewijn. Ze belsuit hem te volgen naar het Woud van de Eeuwige Lente, maar dan ontdekt ze iets vreselijks: het lied van heer Halewijn maakt dat je alles vergeet. Zal ze ooit nog thuis komen? Gelukkig heeft ze nog haar eigen lied.
Gebaseerd op een middeleeuws lied uit het Antwerps Liedboek.
Met illustraties van Yvonne Jagtenberg
Eerst had Boudewijn schamper gelachen, maar toen hij haar zag, leek de gedachte zo gek nog niet. Judith was mooi zoals alleen prinsessen mooi kunnen zijn.
In 'De witte beer' komen negende-eeuwse geschiedenis en een bekende Vlaamse sage in een verhaal bijeen.
Met illustraties van Geert Verschuere
Nummer 16 (mei 2010) in de serie Vlaamse Filmpjes
Maar ik vrees dat omstreeks deze tijd de duivel zijn oog op mij had laten vallen. Ik denk dat hij zag hoe geschikt ik was. Want zo is het, heer abt. Ik was inmiddels veertien en meisjes van veertien moeten met straffe hand worden geleid, anders bezwijken ze voor de verleiding. Kijk maar om u heen: zo is de natuur. Meisjes van veertien zijn als rijpe appels. Ze móéten wel vallen, tenzij iemand ze plukt.
Niemand mocht mij plukken. Dus viel ik.
(Vrije val, p. 17)
De stormen blijven komen, altijd op dezelfde manier. Eerst komt er een zwarte vlek aan de horizon, dan valt de duisternis. Onweer en storm doen de zee kolken en De Vliegende Hollander danst als een gek op golven. Zo nu en dan is er een ander schip. De kreten van de drenkelingen echoën door Dirks kop. Vooral die van vrouwen en kinderen. Nooit heeft hij iemand levend uit de zee kunnen vissen. En altijd is er 's morgens de rust, de eindeloze watervlakte en het wrakhout. Dan gaat Dirk naar zijn hut om te schrijven. Niet in zijn journaal, dat heeft hij opgegeven. Nee, hij schrijft lange brieven aan Berbera.
(De Vliegende Hollander, p.51)
Hij kan niet wachten om het haar te vertellen. Om haar te laten voelen wat hij voelt. Hier kan geen zijde en geen doosje uit Palestina tegenop. Dit graan is genoeg om duizenden monden te voeden. Een graanveld in de zon maakt dat je je vrij voelt als een meeuw boven een zee vol malse vissen. Een graanveld in de zon geeft een gloed waaraan je je ziel kunt warmen, als je verkleumde botten aan een haardvuur. Een graanveld in de zon is rijkdom, vrijheid en geluk tegelijk. Dat is het mooiste van de wereld. Dat wil hij Fraukje geven.
(Het Vrouwtje van Stavoren, p.70)
Wynn kijkt zich heen. Voor hen ligt een galgenveld. Wel honderd galgen staan schots en scheef in het hoge gras. Aan de meeste galgen hangen jonge meisjes met feestjurken aan. Dood als een pier. Wynn schrikt niet eens. Ze is zelfs niet verbaasd. 'Allemaal vriendinnen van u?' vraagt ze. Heer Halewijn glimlacht. 'Omdat jij de allermooiste bent,' zegt hij, 'mag je kiezen. Hoe ga je het liefste dood?'
Ik ga niet dood, denkt Wynn en ze glimlacht terug. 'Nou goed dan,' zegt ze deftig. 'Ik ben een prinses en prinsessen sterven niet aan de galg. Als ik dan sterven moet, dan kies ik het zwaard!'
(Het lied van heer Halewijn, p.42)
Het bruiloftsfeest was schitterend geweest. Judith moest toegeven dat haar vader kosten noch moeite had gespaard. Vele belangrijke vazallen waren met hun vrouwen aanwezig, hij had een prachtige japon voor haar laten maken en haar getooid met haar moeders sieraden. Het feestmaal had de hele dag geduurd en er werden vele uitheemse spijzen opgediend. Kruidige wijnen en zoete vruchten hadden het maal besloten en rozig en tevreden waren ze naar bed gegaan. In een vrolijke optocht waren Boudewijn en zij naar hun kamer gebracht, waar het bed was opgemaakt met het fijnste linnen. Haar vrouwen hadden haar bovenkleed uitgedaan, haar haar losgemaakt en haar met reukwater besprenkeld. Zo was zij tussen de lakens gegleden.
(De witte beer, p.18-19)